![]() |
Impara Lingue Online! |
![]() |
|
![]() |
|
| ||||
Ik sta op zodra de wekker gaat.
| ||||
Ik word moe zodra ik moet leren.
| ||||
Ik houd op met werken zodra ik 60 ben.
| ||||
Wanneer belt u op?
| ||||
Zo gauw ik een moment tijd heb.
| ||||
Hij belt op zodra hij een beetje tijd heeft.
| ||||
Hoe lang blijft u werken?
| ||||
Ik blijf werken zo lang ik kan.
| ||||
Ik blijf werken zo lang ik gezond ben.
| ||||
Hij ligt in bed in plaats van te werken.
| ||||
Zij leest de krant in plaats van te koken.
| ||||
Hij zit in de kroeg in plaats van naar huis te gaan.
| ||||
Voor zover ik weet, woont hij hier.
| ||||
Voor zover ik weet, is zijn vrouw ziek.
| ||||
Voor zover ik weet, is hij werkloos.
| ||||
Ik had me verslapen, anders was ik op tijd geweest.
| ||||
Ik had de bus gemist, anders was ik stipt op tijd geweest.
| ||||
Ik vond de weg niet, anders was ik op tijd geweest.
| ||||